Het is 2017 als Elize (28) besluit te reageren op een vacature voor vrijwilligerswerk bij Youth for Christ Veenendaal. Ze is het jaar daarvoor ziek geweest en niet in staat om te werken. Om ergens te beginnen, wil ze voor een paar uur per week iets te zoeken. Tijdens het sollicitatiegesprek is ze zo enthousiast dat ze aanbiedt meteen mee te draaien met de daaropvolgende activiteit: Jongerenwerk tijdens de pauze op een middelbare school.
‘Je lijkt wel een soort moeder van ons allemaal’
jongere
Ze ‘kwam thuis bij Youth for Christ’ en is niet meer weggegaan. Nu komt ze wekelijks in contact met tientallen jongeren van verschillende achtergronden. Ze draait meidenmall, inloop en schoolactiviteiten. Die eerste keer binnenlopen in een pauze op de middelbare school voelde ‘awkward’. EIize: ‘Ik had niet het idee dat jongeren op mij zaten te wachten. Het was onwennig.’ Nu is het 3 jaar later en kwam er laatst een meisje naast haar zitten: ‘Elize, waarom vindt iedereen jou aardig? Je lijkt wel een soort moeder van ons allemaal.´ Dat raakte haar. Zelf had Elize een ´turbulente´ jeugd die van God los was, zoals ze het zelf zegt. Al jong belandde ze in de crisisopvang waar niemand oog had voor wat zij nodig had. Door een voogd die haar wel zag en naar haar luisterde, mocht ze uiteindelijk meedoen aan een kamerproject. Daar kon ze zelfstandig met ambulante begeleiding wonen, hier kreeg zij de ruimte om haar zelf te ontwikkelen. Maar een relatie met geweld volgde, en ze werd zwanger op haar twintigste. Een prachtige dochter, Delilah wordt geboren. ‘Mijn dochter is een Godswonder, ik zou niet zwanger kunnen worden en toch kwam zij er.’
´Jezus is altijd in mijn verhaal geweest’
Elize
Elize: ´Door mijn verhaal zal ik niet oordelen over jongeren. Ja, ik ben eerlijk en kan bepaald gedrag afkeuren, maar niet de jongere zelf. Ik wil zijn waar de ander niet is, dat is mijn motto. Ik wil hen een thuis bieden. Een van m´n meiden stuurde een spraakmemo. Ze wilde vertellen dat ze zich gezien voelde en dat ze welkom mag zijn, dat zij ervoer dat ze thuis mocht komen. Dit zijn de momenten dat er tranen in mijn ogen staan, mijn hart verwarmd wordt en ik weet waar ik het voor doe. Ik hoop Jezus te laten zien doordat Hij altijd in mijn verhaal is geweest. Niet op de voorgrond, soms twijfelde ik, maar altijd was er een moment dat ik diep van binnen wist: Hij is er. Hij heeft onvoorwaardelijk lief. Dat wil ik de jongeren ook geven.´